Ik heb er ineens schik in om mieren te fotograferen, bij voorkeur als er eentje alleen rondscharrelt. Ook vond ik wat meer informatie over de bouw van mieren. Wat me bij de zwartbruine wegmier opviel was het schijfje tussen zijn borsstuk en achterlijf. Deze rode mier heeft er zelfs twee.
Dit deel van de mier heet de achterlijfsteel. De schubmieren (Formicinae) hebben daar één knoop of schub. De knoopmieren (Myrmicinae) hebben twee knoopjes. Dit miertje is een knoopmier. Wat ook opvalt zijn de spitse doorns op het einde van het borststuk. Dit miertje zal wel de gewone steekmier zijn (Myrmica rubra). Al is de naamgeving wat verwarrend. Is het nu de gewone of de rode steekmier?
Soms pak ik met één hand een steel vast om beter te kunnen focusseren. Nu was dit miertje nogal snel. Toen hij bij mijn vingers aankwam vond ik het mooi geweest. Het blijft een mier... en deze schijnen ook nog een angel te hebben.
Heen en weer op een blaadje. Was hij het spoor bijster?
Misschien wordt dit het jaar van de mier. Er lopen er genoeg en het blijft een uitdaging. En ze spreken tot de verbeelding...
Nog een toevoeging... Op 11 april tilde ik een steen op en zag een heleboel mieren rondrennen met hun larven. Ter illustratie één mier die redelijk scherp is. Later kon ik die steen niet weer vinden om foto's te maken bij betere lichtomstandigheden.
Zeer leuke serie Anita!
BeantwoordenVerwijderenZe zijn zo fascinerend... dus heb ik met veel genot zitten kijken en lezen.
Fijne dag nog en lieve groetjes van Anna