zondag 31 maart 2013

Windstil

Om de hoogtepunten van vorig jaar dunnetjes over te kunnen doen had ik op de kalender geschreven: 21 maart paddentrek! en ook: kraaiheide bloeit... Hoogste tijd om poolshoogte te nemen bij het Galgwanderveen want stel je voor! Maar zoals verwacht was er er geen pad te zien (ja, grapje...) en ook geen dril. Het goede nieuws is dat ik nog niets heb gemist. Ook de kraaiheide bloeit nog niet, al zag ik wel knoppen.

Dan maar met mosogen kijken. Inmiddels weet ik dat zelfs in het kleinste blad nog een verrassing kan zitten. Boven het frisse groen op een stukje losliggend hout leek iets uit te steken. Snel de camera gepakt en toen zag ik het pas goed: knopjesmos! Gewoon knopjesmos (Aulacomnium Androgynum), want de meeste mossen die ik vind heten nog 'gewoon' dit of dat. Meteen een beloning en ik was er net!




Het gesteelde bolletje bestaat uit broedkorrels. Sporenkapsels zijn zeldzaam, al lijkt deze ze wel te hebben gehad gezien de meute sprietjes die het bolletje lijken te achtervolgen. Terwijl ik een foto lag te maken begon het licht te hagelen met korrels zo groot als de knopjes van het mos.

Thuis heb ik nog geprobeerd om de kleine bolletjes, ter grootte van een forse zandkorrel, beter vast te leggen. Het is mooi en heel klein spul.

Toen ik het vennetje bijna rond was zag ik de vuurrode steeltjes van dit (vermoedelijk) gewoon pluisjesmos (Dicranella heteromalla). Een klein plukje ging mee om nog eens goed te bekijken en terwijl ik dat zojuist deed zag ik ook daar een klein beestje rondwandelen. Die kleine blaadjes moeten voor hem een bos lijken!

Alsof ze op doortocht zijn en in de verte staan te turen. Wat ligt in het verschiet?

Op de heide vond ik dit kronkelsteeltje. Van bovenaf lijken het grijze polletjes met krulvermicelli. De witte draadjes zijn glasharen. 'De stervormig afstaande glasharen zijn karakteristiek voor het grijs kronkelsteeltje (Campylopus introflexus) en ze komen voor in stuifzand, heide en duinen. Vaak massaal...' (Fotogids Mossen). 'Het huikje (het vliesjes dat nog aan het kapsel hangt) is kapvormig met franje.' Nou, ik denk dat dit niet kan missen!

Terwijl ik stond te speuren naar pioniers op een stukje kale grond, begon het weer te hagelen en te sneeuwen. Alras was alles bedekt met een wit laagje. Van zoeken naar klein spul was geen sprake meer. Ik liep terug over de hei - het was wel genieten, de stilte en de sneeuw...  Je kon de sneeuwkristallen onderscheiden al smolt het snel weg. Elk sneeuwkristal is anders. En dat komt zomaar uit de lucht vallen!




Terug bij het ven werd ik verrast door de schoonheid van de spiegeling. Het was windstil. Met dezelfde lens heb ik een paar opnames gemaakt en aan elkaar gezet (als je op de foto klikt krijg je een groter formaat). Ik zou hier graag een paar mooie panorama's maken.

Het was een onverwacht mooie wandeling. Het is werkelijk een prachtig gebied.



zondag 24 maart 2013

Binnenpret

Deze week zag ik in het gras waar ik al maanden (!) langs wandel, een toefje bruin. Zo klein, dat het pas goed te zien was toen ik er met mijn neus bovenop stond. Om het te kunnen determineren heb ik een plukje meegenomen. Het was geen fijn weer om buiten te zijn en zo ging ik thuis aan de slag met een verzameling polletjes, een verstuiver met water en een bureaulamp - op zoek naar het gevoel van een lenteochtend.



Dit is het gewoon purpersteeltje (Ceratodon purpurea). Veel kapselsteeltjes dicht bij elkaar. Het zou inderdaad kunnen zijn dat de foto in mijn vorige blog ook het purpersteeltje was. Ik heb gemerkt dat mossen dicht bij elkaar en door elkaar groeien en dat je dus niet kunt uitgaan van 'het stond vorig jaar ook hier...' Om het beter te kunnen benoemen heb ik eindelijk een loep besteld om de kleine blaadjes goed te kunnen bestuderen, want het is allemaal pietepeuterig klein! Ik heb steeds de neiging om over mijn bril heen te kijken, maar daar schiet ik niets mee op!


Mijn eerste vondst was echter een polletje met twee kapselende soorten. De ene herkende ik meteen van het blog van het blog 'Bij Duin'. Het is gewoon krulmos (Funaria hygrometica). Tot mijn verbazing zit er tussen zijn blaadjes nog een klein gastje ter grootte van een halve millimeter. Ik hoop dat ie daar blijft zitten, want het lijkt op een teek.

Bij dit krulmos stonden ook een heleboel kleine rode kapselstelen van anderhalve centimeter hoog. Sommige hadden geen deksel of huikje meer en laten hun gedraaide peristoomtanden zien. Dit deed me denken aan het gewoon muursterretje, maar die is het niet. Na lang zoeken kwam ik uit bij het smaragdsteeltje, ook een algemene soort. Zowel het krulmos als het smaragdsteeltje vallen onder de pioniers. En aangezien de grond nog niet zo lang geleden een bouwput was en ze op klei groeien klopt dit als een bus (Fotogids Mossen).

En wat ik dan weer leuk vind is dat de peristoomtanden onder invloed van water strekken. Het gaat vrij snel. Sowieso knapt een mos nogal op van een beetje nat.

Onder een heg vond ik ook nog een heel plakkaat parapluutjesmos, het had er alles van... behalve de parapluutjes. Van dit soort vondsten vrolijk ik helemaal op. In de meegebrachte polletjes zit nog meer verborgen wat ik nog wil determineren. Maar eerst een loepje!

(als je op de foto's klikt kun je meer details zien).

zondag 3 maart 2013

Warmlopen

Het kriebelde de hele week al. De lente is aanstaande en er werd zon voorspeld. Vanochtend was het dan zover en het kostte mij geen enkele moeite om uit bed te springen. Ik wist ook precies waarheen (en waarvoor..), want ik wilde nu wel eens weten hoe rond mijn diafragma was! Niet zo rond als ik had gehoopt... en dit is F2.8. Maar ja, een mens moet ook een keer tevreden zijn (cognitieve dissonantie).

Iets anders uitgesneden. Met dit soort foto's wil ik meer experimenteren. Dus dat wordt vroeg op straks en heerlijk door de natte grasvelden banjeren.

Hortus Haren is sinds 1 maart weer open. Er bloeit nog niet zo veel en dus deed ik eerst een rondje mossen onderwijl speurend naar parapluutjesmos of ten minste dan toch iets met broedkorrels (zie het blog van 'Bij Duin'). Dat laatste is gelukt. Ik vond ze in het zand. Het is halvemaantjesmos (Lunularia cruciata). De naam dankt hij aan het halvemaanvormige flapje rond zijn broedkorrels. Voor meer informatie vind ik de 'British mosses and liverworts - a field guide' een aanrader. Je moet dan wel eerst de naam weten. Zo leuk om iets te vinden wat je nog nooit eerder hebt gezien!

Verder kwam ik vooral de oude bekenden weer tegen, zoals het gewoon muursterretje (Tortula muralis). Op de vierkante meter is wel veel variatie te zien maar ik heb geen idee wat het allemaal is of wordt. Er is nog veel te ontdekken.

Gewoon muisjesmos (Grimmia pulvinata) stond overal vol met kapsels. Deze keer maar eens een heel polletje.Iets meer scherptediepte was mooier geweest (en mooier licht).

En dit alles staat gezusterlijk naast elkaar. Op de achtergrond lijkt ook nog de gewone haarmuts te groeien, zonder kapsels.

Op de stenen groeit ook veel korstmos. Dit zou het steenpurperschaaltje (Lecidella stigmatea) kunnen zijn . De zwarte kommetjes zijn apothecia: vruchtlichamen met sporen. Het was mijn plan om me daar in de winter wat meer in te verdiepen. Het is wonderlijk spul en het groeit overal.

Ook een korstmos. Ik hou het op smal bekermos (Cladonia coniocreae). Het is vrij onooglijk... behalve als er een druppel aanhangt of op ligt.

Ook het gewoon sterrenmos (Mnium hornum) kapselt volop. Ik dacht even dat ik iets nieuws te pakken had want die bobbelige bovenkant was me nog nooit opgevallen. Maar nee...

En ook dit staat tussen het andere mos. Wat een verschil in grootte!


Dit was de oogst van dit weekend. Het waren vooral oefeningen in kijken en lenigheid. Het wordt hoog tijd om de conditie weer wat op te vijzelen. Met al die kniebuigingen gaat dat ongemerkt de goede kant op. Want sjonge... een hark is er niets bij!