Het wemelt van het leven op de bomen en struiken. Sinds ik de kevers heb ontdekt, ben ik er meer op gaan letten en zie ik steeds meer. En wat makkelijk is... het speelt zich af op ooghoogte. Het gebied waar ik loop is een populair honden-uitlaatgebied. Als je dan op je knieƫn ligt en je hoort een luid snuivende hond naderen... dat is niet altijd fijn. Aan de berk zag ik deze mooie rolletjes hangen. Kleine kunstwerkjes zijn het, gemaakt door de berkenbladroller (Deporaus betulae Steph., 1831). Hieronder een stukje van de soortenbank. De mooie S-vormige bocht die in het blad is gesneden is geen toevalstreffer (zie de tekst onderaan de pagina).
De berkenbladrolkever is maar een klein beestje. Uit den boze natuurlijk... een dikke duim erop. Het illustreert wel de grootte van de kever.
Driftig stappend over een takje. Het is niet eenvoudig om hem er goed scherp op te krijgen. Het eerste wat me opviel waren zijn stevige 'dijen'.
Ze zijn niet erg talrijk, zoals de snuitkevers, maar elke dag zie ik er wel eentje. Precies wat hieronder ook staat. Je ziet meer bladrollen dan kevers.
Voordat ik wist dat de bladrol bij deze kleine zwarte kevers hoorde, dacht ik even dat het het werk was van de snuitkever. Die houdt er wel van om een beetje beschutting te zoeken. Alsof hij in een warme slaapzak zit.
Hoe de bladrol wordt gemaakt
'De kever ontwikkelt zich meestal op berk, soms op els of hazelaar. Voor de eileg wordt een uiterst vernuftige bladwikkel gemaakt, die doorgaans vaker gevonden wordt dan de kever zelf. Het vrouwtje begint ongeveer 3 mm van de bladvoet een S-vormig figuur te knagen richting hoofdnerf van het blad. Dan bijt zij het blad ongeveer 2 mm in langs de hoofdnerf richting bladvoet. Op dat punt aangekomen begint zij nu aan de andere kant van de hoofdnerf te knagen zonder hem door te bijten.
Vervolgens wordt er bijna een zelfde figuur geknaagd aan de andere kant van het blad, maar nu in omgekeerde richting. Het figuur is niet symmetrisch, omdat de S-vorm zwakker gebogen is: dus geen volledige spiegeling. Bij de bladrand aangekomen duwt zij met de kop de bladdelen op de knaagsnede uit elkaar en gaat langs de snede terug naar de hoofdnerf. Hierbij drukt ze het afgesneden deel van het blad naar onderen en rolt beide zijden over elkaar, zodat er op den duur een sigaarvormige rol ontstaat.
Vervolgens worden hierin 1-6 eieren gelegd in met door de snuit gevormde bekertjes in de opperhuid (epidermis) van het blad. De bladrol sterft geleidelijk af en wordt bruin en breekt af op het punt in de hoofdnerf dat net niet was doorgebeten. De sigaar valt met de larven op de bodem. Tenslotte kruipen de volgroeide larven uit de bladrol om te verpoppen en vervolgens te overwinteren in de bodem.'
Bron: www.soortenbank.nl en www.nlbif.nl (ik krijg de links naar de juiste pagina niet ingevoegd...).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten