
Geïnspireerd door een aantal bloggers die veel over de natuur weten te vertellen, ben ik lid geworden van de IVN. Momenteel volg ik een paddenstoelencursus bij de lokale afdeling en geniet met volle teugen. Op onze eerste excursiemiddag zagen we deze mooie grote bloedsteelmycena. Naast de helmmycena (grijs hoedje, komt veel voor), is dit een goed herkenbare soort. Als je hem kneust komt er rood vocht tevoorschijn.
Bij het determineren van paddenstoelen is een spiegeltje handig om onder de hoed te kunnen spieken. Daarnaast is voelen, kneuzen, ruiken en ook proeven (voorzichtig) nodig om de soort op naam te brengen. Dat proeven vind ik wel griezelig, moet ik zeggen. Tot voor kort raakte ik ze niet eens aan. Een gewoonte die er in de kindertijd is ingestampt en onbewust doorwerkte. Voor kinderen heel verstandig want de dodelijke soorten staan echt overal.
Deze werd gevonden bij het omkeren van een vermolmde stam. De steel van deze mycena is gestreept; een duidelijk kenmerk van de streepsteelmycena. Op de tweede foto zijn de streepjes duidelijker te zien. De hoedjes zijn nog niet open. Ik hoop ze nog eens in volle glorie te zien.
Paddenstoelen kunnen parasitair zijn. Hier is een (opengebarsten) aardappelbovist te zien waar een aantal kostgangersboleten op groeit.
Ook deze vind ik heel bijzonder. Het is de rupsendoder die groeit op poppen of rupsen. Hij is zo groot als een flinke lucifer en waarschijnlijk groeien dit drietal uit dezelfde pop of rups. Ik denk niet dat ik hem zelf als paddenstoel had herkend en toch is hij vrij algemeen.
Gaan we verder met moederkoren in een grasaar. Dit moet je weten om te herkennen. Zelfs als ik een foto van gras had gemaakt had ik hier geen paddenstoel in gezien. Het is het zwarte dingetje wat in de aar groeit. Graan waar moederkoren in zit is giftig.
Vrijdagavond had ik zo het heen en weer dat ik nog even snel het bos in ben gegaan. Het kon nog net een uurtje. Op een vermolmde boomstam vond ik een aantal kleine mycena's. De geur van zo'n boomstam en dan zo'n paddenstoeltje... ik kan daar zo van genieten. Mycena's vind ik erg mooi. Vooral de kleine doorschijnende soorten. Ik denk dat dit een chloormycena is. Hij ruikt een beetje naar chloor als je hem kneust.
Eigenlijk was het te donker. Echt scherp kreeg ik het niet maar ik vind het sfeertje mooi.
Daar waar nog wel voldoende licht was stond deze flamboyante gele amaniet te pronken.
Er stond er meer dan één. De velumresten op de hoed zijn bruin verkleurd.
Vanmiddag was de tweede excursie. Als je denkt dat je al wat weet dan blijkt ineens weer alles op elkaar te lijken. Alles is bruin met plaatjes... Maar toch, ik vind het net schatzoeken. En het was ook nog eens fantastisch weer.