donderdag 31 mei 2012

Dicht bij huis



Gisteren heb ik de buurt maar weer eens verkend. Vroeger was dit mijn vaste fotorondje. Ik woon vlakbij het Paterswoldsemeer en op weg daarnaartoe kom ik ook nog eens langs een veldje dat vol staat met wilde bloemen. Ideaal voor macro in de vroege ochtend (ik heb geen tuin, vandaar). Het veldje is vorig jaar opnieuw ingericht en ziet er weer prima uit. Momenteel staat het vol met witte schermbloemen en gele paardenbloemachtigen - vermoedelijk streepzaad. Wat die witte schermbloemen zijn weet ik niet. Het is geen fluitenkruid. De schermen zijn mooi vlak en de stengel is dun en iets behaard (dolle kervel?). De insecten zijn er dol op.

Deze vlieg met zijn regenboogkleuren liep van bloem naar bloem, totaal in beslag genomen door alle lekkers. Thuisgekomen bleek het de blauwe vleesvlieg te zijn. Dat was ik even vergeten...  Nu vind ik hem mooi en lelijk tegelijk.

Ik hou erg van gras en vooral van deze sierlijke soorten.


Een gezellige voorbijganger die last had van een haarbal... denk ik. Nog nooit een kat zo zien hoesten...

Het soldaatje is een kleurige kostganger in het gras. Zijn zwarte kraaloogjes maken dat het een leuk kevertje is om naar te kijken, expressief.

O, wat gebeurt er allemaal? Ik dacht even dat hij zou gaan vliegen. Ik heb ze wel zien vliegen (de soldaatjes) maar kennelijk is daar meer voor nodig dan een passant die alleen maar de rust verstoord.

 Dit en dan nog wat dauwdruppels... dat is wat ik zoek!

Zit! Dat bedoel ik...

De strontvlieg was ook van de partij. Ik heb hier een beetje geflitst met de flitser van de camera. Dan denk ik steeds dat ik toch meer moet proberen met de ringflitser. Alle begin is moeilijk, dat blijkt maar weer.

Bij het water vlogen allerlei juffertjes, waaronder het vrouwtje van de blauwe breedscheenjuffer. De brede poten vallen al op tijdens het vliegen. En alweer zo'n sierlijke grasaar (gestreepte witbol?).

De bloeiwijze van smalle weegbree (Plantago lanceolata) blijf ik mooi vinden.

Bijna thuis zag ik deze mintblauwe, bijna witte vlinder in het gras zitten. Hij lijkt op de appeltak, een nachtvlinder, maar ik weet nog niet zeker of dat klopt. Eén antenne lijkt een knop te hebben, wat zou duiden op een dagvlinder. Maar de andere antenne heeft geen knop en is langer... Dus ja, wat het is nu?

Nog even verder puzzelen dus. Wel fijn dat hij stil bleef zitten.

Eindconclusie: het is inderdaad een Appeltak (hoe verzinnen ze die namen toch!?) ofwel Campaea margaritaria. En volgens Vlindernet: 'Deze soort is goed te determineren ook voor de serieuze beginner....'.   De appeltak behoort tot de familie van de Spanners. En die zwarte 'knop' hoort er niet te zitten. Je kunt ook zien dat hij een kreukelige vleugel heeft aan die kant. Een gehavend - of misschien afgevlogen - exemplaar dus. Maar evengoed met een mooi kleedje!

Vandaag regent het continu. Dat hadden we wel nodig hier. Gisteren knielde ik op een stukje wat eigenlijk heel nat zou moeten zijn. Je knieën blijven lekker droog, maar toch... ik heb liever natte knieën en uitzicht op druppels die hangen te schitteren in de zon!


dinsdag 22 mei 2012

Kleine zonnedauw

Bij het Boomkroonpad in Borger starten verschillende wandelroutes. Een daarvan loopt langs heide en een aantal vennen. Ook daar groeit zonnedauw, heel veel zelfs. En ik krijg er maar geen genoeg van.


Ik had al een hele serie gemaakt toen ik zag dat op de achtergrond oplichtende takjes in beeld lagen. Het weghalen van storend materiaal is net een potje Mikado. Het plantje mag je niet aanraken.

In Nederland groeit ronde, kleine en lange zonnedauw. Lange zonnedauw is het zeker niet. Maar is dit nu kleine zonnedauw (Drosera intermedia)? Het is veel groter dan de plantjes die ik eerder vond. Die lagen plat en deze staan fier rechtop. En de blaadjes zijn iets langwerpiger...


Sommige plantjes waren iets groener.

Toen ik mijn haarborstel zag liggen dacht ik: 'waar heb ik dit eerder gezien vandaag?' De gel zit er al op! (op de zonnedauw, niet op mijn borstel :-))


Nog een toevoeging. Het is een andere foto dan die hierboven. Bovendien heb ik met photoshop de achtergrond iets gladder gemaakt (gaussiaans vervaagd). Dat maakt het net iets aangenamer. Toch wil ik nog een keer terug. Wat me nu ook pas opvalt is dat het blad een voor en achterkant heeft, wat betreft de plakkerige uitsteeksels. Het is nu de kunst om een schoon plantje te vinden waar de blaadjes niet al te dicht opgepakt staan... en dat op een vroege ochtend met mooi zacht licht. Het is wat... het kan altijd nog zoveel mooier.

zondag 20 mei 2012

Galgwanderveen (2)

Op 19 mei liep ik de gele paaltjesroute vanaf het Galgwanderveen in Eext (4,5 km). Ik was al eens aan die route begonnen maar bleef toen steken op het heideveld. Met een macrolens heb je immers aan een vierkante meter al genoeg.

Het wemelde nu van de parende vuurjuffers (Pyrrhosoma nymphula). Ik wilde ze graag op het water fotograferen waar ze hun eieren afzetten, maar kon er niet goed bij. En dat was niet alles.

Er was niet één paartje dat eens even rustig bleef zitten. Ach... soms moet je ook gewoon tevreden zijn. En trouwens, het was natuurlijk net andersom. Zij hadden last van mij!

De vuurjuffer is een grote juffer, lengte tot 36 mm. Het abdomen van beide geslachten van de vuurjuffer (imago) is opvallende rood. Bij de mannetjes hebben enkel de laatste segmenten donkere banden. Bij de vrouwjes zijn alle segmenten zwart getekend. Het borststuk is donker met een rode of (bij de vrouwtjes) donkergele schouderstreep. De poten zijn zwart. Het pterostigma is langer dan breed, ongeveer 1,5 vleugelcel lang, en zwart gekleurd (Wikipedia).

Het eerste stuk van de route loopt door het bos en dan kom je uit bij een groot heideveld. Daar ging ik even door het hek.

Op het veld lopen Drentse heideschapen. Sommige lagen lekker in schaduw...

... maar terwijl ik het smalle (schapen)paadje volgde hoorde ik gemekker. Een klein groepje liep kordaat mijn richting uit en ik was er niet helemaal gerust op...

Ik moest denken aan de rammen die in volle vaart met hun koppen tegen elkaar springen. Ik liep rustig terug naar het hek, angstvallig omkijkend....

Het viel natuurlijk mee. Het ging ze niet om mij maar om de rest van de kudde. Mooi die verschillende patronen. Elk schaapje is anders.

Schaap nummer twee laat haar kopje hangen. Of is ze gebiologeerd door de staart van nummer een?

Verder op de route... Langs het pad hing een berkenbladrol. De kever zag ik echter niet en dus ook geen kever in actie. Ben ik al te laat?

Er stonden ook veel varens in de krul.

Uitzicht op Anloo.

Bijna aan het eind van de route ligt dat kleine ven met veenmos en zonnedauw. Hoogtepunt van de dag!

De kikkertjes in dit ven hadden niet zo heel veel water meer. Het lijkt op dikke soep.

Naast het Galgwanderveen zijn het heideveld en het kleine vennetje aan het eind zeer de moeite waard. Die zijn vanaf het startpunt snel te vinden. Althans... ik hoop dat ik het kleine ven ook terug kan vinden als ik de route omgekeerd loop. Met mijn gevoel voor richting is dat nog maar de vraag!

zaterdag 19 mei 2012

Ronde zonnedauw

Aan het eind van de wandeling werd de inspanning beloond. Het pad leidde langs een klein ven met kikkers, veenpluis, veenmos én zonnedauw! De plantjes waren heel klein en rond. Ik vermoed dat dit ronde zonnedauw is (Drosera rotundifola).

Dit blaadje heeft beet. De foto waarop het beter is te zien is niet zo appetijtelijk. Het is waarschijnlijk een kleine mier geweest. Een mooi plantje, maar als er een beestje in zit vind ik dat toch weer zielig.

Zou je meteen vastzitten als je eroverheen wandelt?

Ook hier zat iets in en erger nog... het leefde! Ik heb er een paar foto's van gemaakt en heb hem toen snel bevrijd. De cicade was nog heel klein.

Dit ven is een plek om gauw terug te keren voor meer foto's. Kijken of ik een paar plantjes kan vinden die wat meer los komen van de achtergrond.

donderdag 17 mei 2012

Johanneskever

De Johanneskever vraag het zich af. Hoe diep moet ik gaan?

Onlangs vond ik het boek 'De tuinmannen en de grote vragen' van Geert de Kockere. Het zijn macrofoto's genomen in zijn tuin met bij elke foto twee regels tekst. Ik vind het prachtig en wou dat ik het zelf had bedacht. Een foto van een insect kun je zien als precies dat: een foto van een insect. Vaak zie ik er echter meer in, al kan ik dat dan moeilijk onder woorden brengen zonder het sentimenteel te maken. Zo'n klein beestje dat zich een weg zoekt door de wereld, dat spreekt tot mijn verbeelding. Het is een beetje het leven in een notendop... Zie je wel? Sentimenteel...

Geert de Kockere heeft ook een website. De moeite waard om eens doorheen te bladeren. Je vindt het op www.tuinmannen.be

Nu even over dit gastje... Hij wordt johanneskever, rozenkever of tuinkever genoemd of beter: Phyllopertha horticola. Heel even dacht ik een meikever te zien.... want die staat op mijn 'lijstje'. Alleen is deze kever iets kleiner. Een kleiner broertje, dat wel. Hij behoort tot de bladsprietkevers die gekenmerkt worden door waaiervormige uiteinden aan hun antennes.

De johanneskever maakt het niet uit hoe hij wordt genoemd. Hij vraagt zich af wat hij zoekt en of hij het zal weten als hij het eindelijk vindt.

Best een mooi kevertje, met wonderlijk veel haar en lange poten.

maandag 14 mei 2012

Paardenbloempluis

Nu is het wachten op een voorbijganger met een piepklein racket.

Spelen met een halfopen pluizenbol en tegenlicht.


Ik mis de nevelige ochtenden. Wat mij betreft mag het wel weer een keer...

zondag 13 mei 2012

Eitje

Wie zoekt zal vinden! Dit is het eitje van het oranjetipje. Helemaal zoals het hoort op de look-zonder-look.

En nog eentje...

Er vloog ook nog een mannelijk oranjetipje rond.

En om te laten zien hoe klein het eitje is, nog een foto van de look-zonder-look waar het eitje uit de eerste foto op zit. Er staat een pijltje bij...

Kort na de paring zet het vrouwtje tientallen eitjes af. Vooral op de pinksterbloem en look-zonder-look. De eitjes zijn eerst wit, later oranje. De eerste rups die uitkomt probeert alle andere eitjes op te eten om z'n eigen overlevingskansen te vergroten. Uit het ei komt een lichtgroene rups met kleine donkere stipjes. Die eet eerst de bloemen op en vervolgens alle hauwtjes.
Bron: Natuurmonumenten, Puur, nummer 1, 2012

De kunst is nu om een rups te vinden... En als dat is gelukt, een pop!



zaterdag 12 mei 2012

Gewone steekmier

Ik heb er ineens schik in om mieren te fotograferen, bij voorkeur als er eentje alleen rondscharrelt. Ook vond ik wat meer informatie over de bouw van mieren. Wat me bij de zwartbruine wegmier opviel was het schijfje tussen zijn borsstuk en achterlijf. Deze rode mier heeft er zelfs twee.

Dit deel van de mier heet de achterlijfsteel. De schubmieren (Formicinae) hebben daar één knoop of schub. De knoopmieren (Myrmicinae) hebben twee knoopjes. Dit miertje is een knoopmier. Wat ook opvalt zijn de spitse doorns op het einde van het borststuk. Dit miertje zal wel de gewone steekmier zijn (Myrmica rubra). Al is de naamgeving wat verwarrend. Is het nu de gewone of de rode steekmier?

Soms pak ik met één hand een steel vast om beter te kunnen focusseren. Nu was dit miertje nogal snel. Toen hij bij mijn vingers aankwam vond ik het mooi geweest. Het blijft een mier... en deze schijnen ook nog een angel te hebben.

Heen en weer op een blaadje. Was hij het spoor bijster?


Misschien wordt dit het jaar van de mier. Er lopen er genoeg en het blijft een uitdaging. En ze spreken tot de verbeelding...

Nog een toevoeging... Op 11 april tilde ik een steen op en zag een heleboel mieren rondrennen met hun larven. Ter illustratie één mier die redelijk scherp is. Later kon ik die steen niet weer vinden om foto's te maken bij betere lichtomstandigheden.